De keeshond kwam voor vanaf circa 400 vóór Christus op verschillende plaatsen in Europa. Hij bewaakte huis en hof. Pas in de 19e eeuw ontstonden de kleinere keesvarianten die geliefd waren als gezelschapshond.

De kleine keeshond is van 24 tot 30 cm.

De middenslag keeshond is 30 tot 40 cm.

De bovenvacht is lang, recht en afstaand. Op het gezicht, oren, voorkant van de benen en voeten is de vacht fluwelig. De ondervacht is dik en kort. Dit vraagt vachtverzorging.

De keeshond is een ideale waakhond. Ze zijn moedig, maar niet agressief. Ze zijn vrolijk, vriendelijk, nieuwgierig, eigenwijs, oplettend en slim. Bijzonder gehecht aan eigen mensen. De kees is zeer waakzaam en bij onraad snel geneigd tot blaffen.

Omdat een keeshond graag voor en met je werkt, is een kees zeer geschikt voor de hondensport.